Startdir
Image default
Kunst en Kitsch

Nederlandse schilders

De opkomst van de Nederlandse schilderschool in het begin van de zeventiende eeuw is een van de meest bijzondere verschijnselen in de geschiedenis van de beeldende kunst. Nederland was pas onlangs een politieke entiteit geworden en leed nog steeds onder de gevolgen van een lange en zware oorlog tegen Spanje. Maar het succes van de kleine republiek bij het verkrijgen van onafhankelijkheid van een machtige tegenstander resulteerde in een enorm gevoel van eigenwaarde. De Nederlanders waren trots op hun prestaties, trots op hun land en waren van plan een regeringsvorm te creëren die een blijvende basis voor de toekomst zou bieden. Ze waren op vele manieren trots op hun unieke sociale en culturele erfgoed, maar vooral in hun rijke artistieke tradities.

De collectie Hollandse zeventiende-eeuwse schilderijen in de National Gallery of Art omvat werken van bekende meesters uit die periode, waaronder Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals en Aelbert Cuyp. De collectie telt nu meer dan 150 schilderijen en omvat voorbeelden van portretten, genretaferelen, landschap schilderijen, zeeschilderijen, stillevens en bijbelse en mythologische taferelen die deze schilderschool tot een van de meest geliefde en bewonderde in de geschiedenis van Europa hebben gemaakt.

Gouden Eeuw

De periode van ongeveer 1588 tot 1672 was een van de meest welvarende in de Nederlandse geschiedenis. Vaak de Gouden Eeuw genoemd, was het een periode die grotendeels samenviel met de Nederlandse economische welvaart van de 17e eeuw. Veel bekende (en tegenwoordig zeer dure) kunstwerken komen uit deze periode, gemaakt door meesters die in die tijd leefden.

Noord-Nederland, die samen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormden, floreerde in (slaven)handel, wetenschap en kunst.

Denk aan Rembrandt van Rijn en Jan Steen. Dit zijn slechts twee van enkele uitzonderlijke schilders die na de 17e eeuw bestonden. Hun unieke kunstwerken zijn te vinden in Nederland en over de hele wereld en trekken miljoenen bezoekers naar beroemde Nederlandse musea. In de musea hangen de grote schilderijen van deze kunstenaars.

Maar Nederland is zoveel meer dan Van Gogh en Rembrandt. Er zijn zoveel meer Hollandse meesters zoals Jheronimus Bosch en Pieter Brueghel.

 

Jheronimus Bosch

Jheronimus Bosch, ook wel Jeroen of Hieronymus Bosch genoemd, werd omstreeks 1450 als Jheronimus van Aken geboren in Den Bosch. Hij stierf in Den Bosch op 9 augustus 1516.

De Van Akens waren een bekende schildersfamilie, dus het was geen verrassing dat Jheronimus een succesvol schilder zou worden. Hij ging de geschiedenis in als den duvelmakere (de demonenmaker), omdat zijn schilderijen vaak demonische wezens en andere satirische afbeeldingen afbeeldden.

Jheronimus was een zeer nauwgezet schilder en zijn schilderijen bevatten vaak talloze details. Een van de vroege schilders van de Nederlandse Renaissance, hij maakte ook deel uit van een groep schilders die bekend staat als de Vlaamse Primitieven (Vlaamse primitieven). Dit komt doordat ze het meest actief waren in Vlaamse steden als Brugge, Gent en Brussel.

 

Pieter Brueghel

Pieter Brueghel werd geboren in Breda of Breugel tussen 1525 en 1530 en stierf in Brussel op 9 september 1569. Hij was een Brabantse renaissanceschilder die later de vader zou worden van vele andere beroemde “Bruegel” -schilders.

Hij schreef zijn naam vaak zonder de ‘h’, maar zijn zonen na hem signeerden hun werken altijd met Brueghel. Dus tegenwoordig wordt hij vaak gewoon Pieter de Oude genoemd.